Geschreven door Freek Lenssen RB
Box 3 – waarover moet ik belasting betalen?
Al sinds december 2021 houdt box 3 de fiscale gemoederen flink bezig. Op 24 december 2021 deed de Hoge Raad de uitspraak (‘Kerstarrest’) dat de belastingheffing over een forfaitair (door overheid vastgesteld) rendement in strijd was met het discriminatieverbod van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Concreet had deze, op dat moment, verrassende uitspraak tot gevolg dat de gehele systematiek voor de belastingheffing over vermogen niet meer mocht. In diezelfde uitspraak gaf de Hoge Raad aan dat geheven moest worden over het werkelijk rendement; in betreffende zaak waren de belastingdienst en belastingplichtige het eens over wat dat rendement was. Als tijdelijke oplossing heeft de politiek (wetgever) besloten om de forfaitaire heffing aan te passen, maar nog steeds te blijven heffen over het forfaitaire rendement (Herstelwet). Het mag geen verrassing zijn dat hierover weer rechtszaken zijn gevoerd.
Deze rechtszaken liggen op dit moment voor bij de Hoge Raad. Op 9 februari van dit jaar heeft Advocaat-Generaal (AG) Pauwels in zijn conclusies een advies uitgebracht aan de Hoge Raad. Deze conclusies zijn niet bindend voor de Hoge Raad, maar worden in de praktijk met enige regelmaat (maar ook zeker niet altijd) gevolgd.
In zijn conclusies onderscheidt de AG 2 situaties:
1. De Herstelwet bepaalt dat de oorspronkelijke heffing uit de Wet IB 2001 van toepassing is. In dat geval wordt het EVRM geschonden als het forfaitair rendement hoger is dan het werkelijk rendement.
2. De Herstelwet bepaalt dat de berekeningsregels van de Herstelwet van toepassing zijn. In dit geval wordt het EVRM geschonden als het forfaitair rendement volgens de nieuwe berekening nog altijd hoger is dan het werkelijke rendement.
Ook is de AG van mening dat de Hoge Raad moet aangeven wat onder werkelijk rendement wordt verstaan. Daarbij vindt hij onder andere dat:
• Werkelijk rendement niet wordt gecorrigeerd voor inflatie
• Vergelijking tussen werkelijk en forfaitair rendement gaat over alle vermogensbestanddelen samen
• Vergelijking op jaarlijkse basis
• Geen verliesverrekening (bij negatief rendement is uitkomst nihil)
• Ongerealiseerde waardestijging behoort tot werkelijk rendement
• Rekening moet worden gehouden met kosten die het rendement beïnvloeden
• Geen rekening houden met heffingsvrij vermogen bij werkelijk rendement
Wat de Hoge Raad met de conclusies gaat doen is lastig in te schatten. Naar mijn mening is het goed als er op korte termijn voor iedereen duidelijkheid komt. Voor de belastingbetaler (en diens belastingadviseur) is deze lange periode van onzekerheid vervelend. Men weet niet hoeveel belasting verschuldigd is over het box 3 vermogen. Voor de bezwaarmakers van het eerste uur zijn de belastingaanslagen 2018 nog niet afgewikkeld. Laten we hopen dat de Hoge Raad snel uitspraak doet en daarbij ook een oplossingsrichting meegeeft, zoals door de AG aangegeven in zijn conclusies.
Wij blijven de ontwikkelingen voor jullie volgen. Zijn er vragen over box 3 heffing, neem dan contact met ons op.